Jaarverslag 2021 Actualiteit: Ranov-vergunninghouders zijn eindelijk vrijgesteld van de documenteis

*Om de linken naar ve-nummers of Migratieweb te kunnen gebruiken, dient u ingelogd te zijn op Migratieweb. Heeft u geen toegang dan kunt u een hier een proefaccount aanvragen. 

Op 15 juni 2007 trad de Regeling ter afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Ranov-regeling WBV 2007/11, ve07001122*) in werking. Deze regeling, ook wel de pardonregeling genoemd, was bedoeld voor vreemdelingen die onder de oude Vreemdelingenwet (vóór 1 april 2001) een asielaanvraag hadden ingediend en sindsdien ononderbroken in Nederland verbleven zonder een permanente verblijfsvergunning te ontvangen. Om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning op grond van de Ranov-regeling moest de lopende (asiel)procedure ingetrokken worden. Het niet in bezit zijn van een geldig vreemd paspoort werd niet tegengeworpen bij het verlenen van verblijfsrecht. Daarnaast werd op grond van de regeling verblijf toegestaan aan bepaalde gezinsleden. Op grond van de pardonregeling hebben ongeveer 28.000 vreemdelingen uiteindelijk een reguliere verblijfsvergunning gekregen. 
Vanaf juni 2012, vijf jaar na de vergunningverlening, konden mensen met een Ranov-vergunning in principe in aanmerking komen voor naturalisatie. Echter, in 2009 (TBN 2009/1, ve09000215*) is de procedure voor naturalisatie aangescherpt en sindsdien moeten ook mensen die bij het verkrijgen van hun verblijfsvergunning vrijgesteld waren van het overleggen van een geldig buitenlands paspoort, bij een naturalisatieverzoek een paspoort en geboorteakte verstrekken (dit in tegenstelling tot mensen met een asielvergunning, die zijn vrijgesteld van de documenteneis). 
Deze documenteneis leidde tot problemen bij een groep Ranov-vergunninghouders die wilde naturaliseren maar niet over de juiste documenten beschikte. In 2014 publiceerde VWN een rapport over de problemen waar Ranov-vergunninghouders tegenaan liepen door het niet kunnen naturaliseren (ve15000676*, Rapport VluchtelingenWerk 'Ik voel me Nederlander'). Mede naar aanleiding van dit rapport zegde de SvJ&V in oktober 2014 (TK 19637, 1936, ve15000018*) toe om twee onderzoeken te laten verrichten. Deze onderzoeken werden uitgevoerd door de IND (ve15000641*, 'Ranov en afgewezen naturalisatieverzoeken') en het WODC (ve15001837*, ‘Niet-naturalisatie onder Ranov-vergunninghouders: een onderzoek naar achtergrondkenmerken, motivatie en ervaren belemmeringen’) en richtten zich onder meer op de vraag naar de redenen voor afwijzing van naturalisatieverzoeken (IND) en naar motieven van pardonvergunninghouders om al dan niet te naturaliseren (WODC). Vervolgens kwam de nationale ombudsman naar aanleiding van klachten van met name jongvolwassen Ranov-vergunninghouders die niet konden naturaliseren, in 2017 met het rapport ‘Geen thuis zonder Nederlands paspoort’ (ve17001581*). 
Hierin werd specifiek gekeken naar de toekenning van bewijsnood en werd nadrukkelijk de problematiek benoemd van kinderen en jongvolwassenen die op jonge leeftijd naar Nederland kwamen of zelfs in Nederland geboren waren. 
In de periode na 2012 werden er nog met enige regelmaat vragen bij de vragendienst van (FORUM en SMN) ingediend over naturalisatieaanvragen van pardonvergunninghouders. In vrijwel alle gevallen ging het om zaken van vreemdelingen die niet beschikten over de vereiste papieren (paspoort en/of geboorteakte) en die er niet in slaagden om deze stukken te verkrijgen. Een beroep op bewijsnood werd vrijwel nooit aangenomen. Zie in dit verband bijvoorbeeld (ABRvS 1 februari 2012, ve12000332* en ABRvS 18 februari 2015, ve15000295*). In sommige zaken die aan de Vragendienst werden voorgelegd leidde de naturalisatieaanvraag niet alleen tot afwijzing van deze aanvraag, maar stuitte de IND ook op afwijkende gegevens over de identiteit van de vreemdeling zoals naam of geboortedatum. Dit leidde niet zelden tot intrekking van de verblijfsvergunning wegens het verstrekken van onjuiste dan wel het achterhouden van gegevens. Wij adviseerden daarom soms, in zaken waarin de gegevens op de identiteitsdocumenten van de vreemdeling niet overeenkwamen met de gegevens die zijn geregistreerd in de BRP, om af te zien van het indienen van een naturalisatieverzoek. Dit om te voorkomen dat vreemdelingen die hun verblijfsrecht willen versterken in een positie vervallen waarin ze moeten strijden om het behoud van hun verblijfsrecht. 
Na het rapport van de Nationale Ombudsman van 2017 bleef het een aantal jaren redelijk stil rondom het onderwerp. Dit veranderde toen in januari 2021 Yosef Tekeste-Yemane de media (Op1 11 januari 2021) opzocht met zijn verhaal. Naar aanleiding hiervan dienden de leden Van Dijk en Van Toorenburg een motie in die verzocht om voor Ranov-vergunninghouders in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap (HRWN) een vrijstelling op te nemen van de documenteneis voor reguliere vreemdelingen. De motie werd op 9 februari 2021 aangenomen (TK 2020-2021, 35 483, nr. 68). Op 14 april is een motie ingediend om direct uitvoering te geven aan de eerdere motie (TK 2020-2021, 19 637, nr. 2709). Op 26 april 2021 is vervolgens per kamerbrief (TK 19637, 2725, ve21001250*) aangekondigd dat de niet-genaturaliseerde Ranov-vergunninghouder die als minderjarige samen met de ouder(s) of zelfstandig een Ranov-vergunning heeft gekregen, en inmiddels meerderjarig is, in de naturalisatieprocedure vrijgesteld wordt van het overleggen van een geldig paspoort of geboorteakte, en voor zover van toepassing, van de verplichting om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit. Deze wijziging trad op 1 juni 2021 in werking (WBV 2021/3, ve21001573*). Voor wat betreft de overige Ranov-vergunninghouders zou het beleid voorlopig echter ongewijzigd blijven. De staatssecretaris wilde eerst een onderzoek van het WODC afwachten naar mogelijke belemmeringen die Ranov-vergunninghouders ondervinden bij naturalisatie. Dit WODC-onderzoek van juli 2021: (‘(N)ooit Nederlander worden? Naturalisatie van Ranov-vergunninghouders’, ve21002053*), bracht in kaart hoeveel van de oorspronkelijke Ranov-vergunninghouders (ca. 28.000 personen) momenteel Nederlander is (60%), afgewezen is voor naturalisatie (3%), nog nooit een naturalisatieverzoek heeft ingediend (36%) of in een naturalisatieprocedure zit (1%). Ook werd vastgesteld dat de eerdergenoemde versoepeling van de documenteneis voor meerderjarig geworden kinderen leidde ton ongeveer 2.000 gehonoreerde aanvragen maar dat nog steeds 8.500 Ranov-houders buiten de vrijstelling vallen.
Het slot van het WODC-rapport vat de onderzoeksresultaten als volgt samen: «Uit verschillende onderzoeken gedaan tussen 2014 en 2017 kwam naar voren dat de documenteneis verreweg het grootste obstakel vormde voor nog niet genaturaliseerde Ranov-vergunninghouders om een verzoek tot naturalisatie in te dienen. Sindsdien zijn er geen grote beleidswijzigingen doorgevoerd en zonder geldig paspoort en/of geboorteakte is het ook in 2021 nog steeds moeilijk om te naturaliseren. De IND geeft aan dat voor de meeste landen in theorie documenten te verkrijgen zijn. In de praktijk is dit echter niet altijd mogelijk. Dat zal in sommige gevallen te wijten kunnen zijn aan eerder verkeerd verstrekte gegevens, maar heeft in andere gevallen te maken met tegenwerkende autoriteiten (die zonder documenten personen niet als onderdaan erkennen) of angst naar het land van herkomst af te reizen. Voor mensen voor wie dit geldt, betekent dit in de praktijk dat zij momenteel zeer beperkt perspectief hebben op het Nederlanderschap terwijl zij hier al meer dan 20 jaar wonen. 
De onderzoeksresultaten uit het rapport en de specifieke en uitzonderlijke omstandigheden van deze groep vormen voor de staatssecretaris uiteindelijk de doorslag om ook de overige Ranov-vergunninghouders in de optie- en naturalisatieprocedure vrij te stellen van de documenteneis. Deze versoepeling werd aangekondigd in een brief van 7 juli 2021 (TK 19637, 2757, ve21002054*). Overigens wordt in deze brief ook aangegeven dat in de eerdere brief van 26 april 2021 per ongeluk onvermeld is gebleven dat de daarin aangekondigde versoepeling voor meerderjarig geworden Ranov-houders niet alleen geldt voor de naturalisatieprocedure maar ook voor de optieprocedure.
De versoepelingen zijn met de inwerkingtreding van WBN 2021/6 (Stcrt. 2021, nr. 41049, ve21002712*) opgenomen in de HRWN en op 1 november 2021 in werking getreden. Op 2 november meldde de IND dat er ruim 8.000 brieven zijn verstuurd naar Ranov-vergunninghouders met een verzoek om een naturalisatieverzoek in te dienen. 
We zijn bijna tien jaar (vanaf het moment dat genaturaliseerd mocht worden), en heel wat onderzoeksrapporten naar de (on)mogelijkheden om te naturaliseren door Ranov-vergunninghouders verder, maar uiteindelijk is er gelukkig toch een einde gekomen aan de impasse waarin veel vreemdelingen jarenlang hebben verkeerd. 
Wel is het jammer dat er zo lang is gewacht met de versoepelingen, omdat uit eerdere onderzoeken (2014-2017) al duidelijk naar voren kwam dat de documenteneis het grootste obstakel was voor Ranov-vergunninghouders om te naturaliseren.

TERUG